Het is uiterst zinvol om een minimaal invasieve autopsie (MIA) uit te voeren op patiënten die overleden aan COVID-19. Vooral het weefselonderzoek blijkt waardevol en kan nieuwe waardevolle informatie aanleveren over de doodsoorzaak. Dat blijkt uit de resultaten van het onderzoek van prof. dr. Janneke Cox (Jessa Ziekenhuis Hasselt, Universiteit Hasselt), die zopas zijn verschenen in PLOS ONE.
Sinds 15 april vraagt het onderzoeksteam van prof. dr. Janneke Cox bij elk COVID-19 overlijden in Jessa de toestemming aan de familie om een minimaal invasieve autopsie te mogen uitvoeren. Prof. dr. Janneke Cox: “70% van de families stemt toe, hetgeen ons toe laat om eerst een CT-scan te nemen en vervolgens biopsies van diverse organen. Dat gaat via de huid. De stalen dienen voor verder microbiologisch en weefselonderzoek. Het lichaam wordt dus niet geopend.” Intussen zijn de resultaten van de eerste 18 lichamen onderzocht. Het blijkt dat MIA bij 83% van de patiënten nieuwe relevante klinische informatie oplevert die dus verschilt van de bevindingen tijdens het leven. Zo werden 10 klinisch relevante aandoeningen opgespoord door MIA, onder andere hartfalen (4x) en bacteriële longontsteking (1x). Bij 28% wijzigde het onderzoek de doodsoorzaak zelfs. Zo werd bijv. de diagnose ernstige COVID-19 longontsteking bij 2 patiënten verworpen nadat bij MIA hiervoor geen aanwijzingen gevonden werden. Prof. dr. Janneke Cox: “Regelmatig zijn er multidisciplinaire besprekingen waarin we de ziektegeschiedenis en alle resultaten van de post-mortemonderzoeken doornemen. Hierin spelen de clinici, maar zeker ook de pathologen, microbiologen en radiologen van Jessa een belangrijke rol. Voor studies naar de immunologische respons is er samenwerking met onderzoekers van UZ Antwerpen, UZ Gent en BIOMED (UHasselt).” We bepaalden bij iedere patiënt welk onderdeel van de MIA, namelijk de radiologie, de pathologie, de microbiologie of de herbeoordeling van het klinisch dossier de meest belangrijkste informatie verschafte. In 56% van de gevallen bleek dat het onderzoek van de weefsels te zijn. “Deze cijfers tonen dat het zinvol is om een MIA uit te voeren bij COVID-19-patiënten”, zegt prof. dr. Cox. “Zelfs in de hoogtechnologische setting van ons land, waar we uitgebreide diagnostische middelen ter beschikking hebben. MIA levert zodoende belangrijke klinische inzichten aan rond de COVID-19-pandemie.” Het onderzoek loopt nog voort. Intussen zijn 34 overleden patiënten geïncludeerd. Met de uiteindelijke resultaten hopen de onderzoekers een bijdrage te leveren voor nieuwe aangrijpingspunten in de behandeling van coronapatiënten. De studie is zopas gepubliceerd in PLOS ONE. Dit is een peer reviewed internationaal tijdschrift. Je vindt het via deze link. Dit onderzoek past in het Limburg Clinical Research Center van UHasselt, Jessa en ZOL. Het krijgt financiële steun van het FWO. |